06 12229992
Rondostraat 125
7534 GM Enschede
Door veroudering en oxidatie van benzine, mede onder invloed van de ethanol (E10) die aan de benzine is toegevoegd, ontstaat een zuur milieu in de tank, waardoor teer, vernis en hars zich afscheiden van de benzine. De teer, vernis en harsdelen zetten zich af in het hele brandstofsysteem, inclusief de injectoren. Doordat de doorstroming van de benzine op de injectornaald door de afzettingen wordt belemmerd, wordt het inspuitbeeld nadelig beïnvloed, waardoor een slechte verneveling plaatsvindt en er te grote delen benzine worden ingespoten. Dit betekent een onjuiste lucht/brandstofverhouding in de verbrandingsruimte en een verhoogd HC- gehalte in het uitlaatgas. Doordat de grotere brandstofdelen neerslaan op de inlaatkleppen, vervuilen deze, waardoor de luchtstroming nadelig beïnvloed wordt.
Indikken van motorolie en vorming van black sludge. Reinigende capaciteit motorolie te laag, te laag oliepeil, afwijkende gebruiksomstandigheden, blow by vervuiling, slecht werkende carterventilatie, condensvorming in de motor, klimatologische omstandigheden, verversingstermijn van de motorolie te lang, brandstofkwaliteit.
Inhouden en afslaan tijdens de opwarmfase. Na het afslaan is de motor moeilijk te starten. Op de klepstelen ontstaat een lakafzetting die tijdens de opwarmfase zacht en dus taai wordt en voor weerstand zorgt bij het sluiten van de kleppen. Hydraulische klepstoters zullen bij het verkleven de ontstane speling opheffen tot deze uiteindelijk “te lang” zijn en de kleppen niet meer kunnen sluiten.
Inhouden en onregelmatig draaien bij koude motor en licht inhouden bij constant snelheid. Foutcodes: misfire, pingelen, mengselaanpassing onjuist. Door onvolledige verbrandingen, afwijkende inspuitbeelden van injectoren en onjuiste gaswisselingen ontstaan verbrandingsresten. Via de carterventilatie, het EGR- systeem en pulsaties in het inlaatkanaal vormen zich (kool)afzettingen in inlaatkanalen, op inlaatkleppen en op inlaatklepstelen.
Door lakafzettingen in de nokkenasverstelling of in het drukregelventiel wijkt de timing af waardoor bijgeluiden ontstaan of er wordt een storingscode opgeslagen.
In de verdamper van het airconditioningsysteem verdampt het koelmiddel, waarbij - voor de omzetting van vloeibaar naar gasvormig - warmte noodzakelijk is. Deze warmte wordt aan het materiaal van de verdamper onttrokken. De doorstromende lucht koelt af en het daarin aanwezige vocht condenseert op het koude oppervlak van de verdamper. De doorstromende lucht wordt dus gekoeld en gedroogd. Eventueel kan de geconditioneerde lucht daarna door de kachelradiateur opgewarmd worden. Door condensatie van vocht op de buitenzijde van de verdamper is deze nat gedurende de tijd dat het airconditioningsysteem ingeschakeld is. Dit vocht vormt een ideale voedingsbodem voor microbiologische levensvormen zoals bacteriën en schimmels. Als de airco wordt ingeschakeld zal deze microbiologische vervuiling een muffe vieze lucht afgeven en het rijplezier zeer nadelig beïnvloeden. Schimmelsporen zijn allergenen en de veroorzakers van allergische reacties. Dit kan zich o.a. uiten in irritatie van de slijmvliezen, huidproblemen en luchtwegproblemen. Forté Air Conditioner Treatment zal niet alleen de verdamper maar ook alle luchtkanalen en het interieur zelf ontdoen van deze microbiologische vervuiling.
Als gevolg van het verouderingsproces van ethanol houdende benzine (E10) ontstaan lakafzettingen in o.a. injectoren. De inspuitbeelden van vervuilde injectoren wijken af met grotere en moeilijker te verbranden brandstofdeeltjes tot gevolg. Tevens zal de ingespoten hoeveelheid afwijken. De correcties van het lucht-brandstofmengsel die de elektronica berekend worden dus door de afwijkende inspuitbeelden en inspuithoeveelheden niet volledig door de injectoren doorgevoerd. Er wordt dus minder benzine ingespoten dan de berekende en gewenste hoeveelheid.
Storing op de TwinAir of MultiAir module. Misfire en onregelmatig draaiende motor. Oorzaak: Door veroudering van de motorolie in de UniAir module en het feit dat er geen goede doorstroming in de module is, zullen lakafzettingen en vervuilde olie in de nauwe kanaaltjes en op interne oppervlakken achterblijven. Door de lakafzettingen krijgen plunjers weerstand bij het openen en sluiten waardoor druk, timing en lichthoogteverschillen ontstaan. De elektronica merkt de afwijking op en slaat foutcodes op. Bij het verversen tappen we wel de olievervuiling af, maar de motorvervuiling, en zeker de slechte kwaliteit olie in de UniAir module, blijft achter. Een deel van het nieuwe additief pakket van de nieuwe motorolie zal gelijk verbruikt worden door te beginnen te “reinigen”. Na het spoelen van de motor met Forté Motor Flush is de motor inwendig schoon en beginnen we met nieuwe motorolie.
Het roetfilter is verstopt of regenereren is niet meer mogelijk. MIL brandt en motor gaat mogelijk in noodloop. Oorzaak: De hoeveelheid roet en as in het roetfilter maken het onmogelijk om een regeneratieproces goed en volledig te laten verlopen. Storingscodes P242F ‘Geblokkeerd roetfilter’ of P24A2 ‘Regeneratie niet voltooid’ kunnen zijn opgeslagen.